Dag 11 “een berg beklim je te voet, deel twee”

16 september 2016 - Montrose, Verenigd Koninkrijk

We worden vandaag gewekt, niet door regen of zon maar door een groep kinderen die blijkbaar op excursie gaan in de zuiderlijke highlands waaraan we zitten. Ook zijn er om ons heen al meer auto’s geparkeerd door mensen die een ochtendwandeling zijn gaan maken. Een redelijk rustige nacht gehad hebbende beginnen we aan het ontbijt en maken ons op voor de rit richting Cairgorms national park, alwaar we hopelijk eindelijk een goeie visplek kunnen vinden. Want het word toch hoog tijd dat ik het diner ga vangen voor een avond.

De weg ernaartoe leid ons allereerst langs een paar dorpjes aan de voet van de bergen voor ons, waaronder Fettercairn. Het scherpe oog van Rianne valt een bord op waarop staat “Fettercairn distillery”. Dat bordje trekt ons wel en we wijken van de route af voor een kleine touristische stop.

De Fettercairn distillery is een relatief kleine distilleerderij met een grote historie. Het blijkt een van de oudste gelicenceerde whiskydistillerderij van Schotland. De afbeelding van de eenhoorn op elke fles van deze whisky staat voor de nobelheid van de familie Ramsey, die dit bedrijf startte ergens halverwege 1800. Met twaalf man personeel en vier distilleervaten is het een relatief kleine producent. Maar dat maakt de whisky wel specialer, aldus de dame die ons een rondleiding geeft.

We krijgen een tour van een klein halfuurtje langs de verschillende processen van het maken van de whisky waar ze zo trots op zijn, eindigend bij de opstapeling van de vaten. Ongeveer 30.000 stuks staan er opgeslagen, een indrukwekkend gezicht. En dan bedenkende dat dit een klein bedrijf is. Als laatste krijgen we nog een korte presentatie te zien over het proces, begeleid door een glas van hun trots, eindelijk mijn eerste glas whisky van de trip. Rianne bied dapper aan om de rest van het stuk te gaan rijden en ik mag ook haar glas opdrinken, wat een geweldige vriendin heb ik toch!

Als de glazen op zijn, de souvenirshop bezocht is en we weer in de camper zitten richting Cairgorms national park slaat het noodlot toe. Onze tomtom leid ons richting Cairn o´mount, niet wetende dat dit een bergpas is volgen we braaf de aanwijzingen en sturen de 16% helling op. Halverwege merken we dat de camper wat moeite heeft met omhoog komen en een beetje gek begint te ruiken. En zo´n 200 meter onder de top van de bergpas is het toch echt gedaan en wil het beest niet meer verder. Witte rook en vieze lucht.

Om te voorkomen dat we iets stuk maken zeg ik Rianne dat we maar moeten stoppen en moeten proberen te keren, en beneden na een afkoelpauze maar een omweg moeten gaan zoeken. Het keren gaat prima, maar eenmaal rollend naar beneden schokt de camper een keer flink en horen we toch iets misgaan onder de motorkap. Kut.

Met de motor uit kunnen we naar een veilige plek aan de zijkant van de weg komen en zetten de boel stil. Dit  kan wel eens een goeie foute boel betekenen. Met weinig inzicht van auto´s bedenk ik me dat de motor oververhit kan zijn en dat we maar een halfuur even helemaal niks moeten doen. Maar na dat halfuur, als ik probeer te starten en een versnelling in wil zetten, krijgen we nogmaals een tegenstribbel van de camper en stopt de boel er weer mee. Aangezien ik de pook niet meer uit de versnelling krijg concludeer ik dat we de sjaak zijn, dit is de versnellingsbak. Ja, een berg beklim je te voet, niet met een auto, laat staan een camper. Tijd voor de ANWB.

Het wachten op de ANWB kost ruim anderhalf uur, klinkt belachelijk lang, maar als je bedenkt waar je staat is het niet meer dan logisch. Ondanks dat we geweldig en warm weer hebben, een prachtig uitzicht hebben is het wachten dodelijk saai en ik ben ontzettend blij als ik op een gegeven moment een geel busje aan zie komen van de AA, de schotse ANWB. De man die ons helpt is Garth, een vrolijke man van in de 50 ongeveer. Garth houd wel van een praatje en bewonderd onze optimistische begroeting, wat moet je anders, en probeert te ontdekken wat het probleem is. Ook hij komt tot de conclusie dat het de versnellingsbak is en verteld ons dat dit een sleepklusje naar een garage word. Garth is een ontzettend aardige vent en probeert in elke manier ons te helpen en belt alle garages af in de omgeving. Helaas geeft de een na de andere aan dat de camper of te hoog of te lang is voor de garage en het is een hele klus om een plek te vinden. Het grappige is dat sommige garages elkaar aanraden om ons te helpen, terwijl ze beide de camper niet aan kunnen.

Uiteindelijk vinden we een garage in Laurencekirk, met als enig probleem, ze zeggen pas donderdag tijd te hebben voor ons. Over een week dus. Aangezien we geen haast hebben en de boel toch gerepareerd moet worden gaan we akkoord en regelt Garth een sleepwagen voor ons. Na alle papierwerk te hebben voldaan neemt Garth afscheid met de woorden “it could have been worse”, waarop ik antwoord “yes, you could have been French”. Hij verlaat ons met een lach.

Tijdens het wachten op de sleepdienst gaan we opzoek naar een hotel in de buurt, wat ook weer een uitdaging is aangezien het een klein dorp is en de hotels in de omgeving peperduur zijn. Uiteindelijk vinden we een hotelletje een aantal kilometer verderop en boeken maar meteen voor de volle zeven dagen. We pakken alvast de spullen die we nodig hebben en doen die in de tassen.

Na een klein halfuurtje komt de sleepwagen ten tonele. De bestuurder stelt zich voor als Alex (spreek uit als alec, Alexander op zondag) en is ook weer een superleuke kerel. Hij bekijkt de situatie eens goed en verteld ons dat we hem moeten helpen met de camper recht op de wagen te krijgen. Omdat het een grote camper is moet een van ons het besturen en is Alex onze “ogen”. Rianne is het dichts bij het stuur en neemt dapper plaats. Als de camper achteruit in een lijn is gezet, hij stond vast in zn achteruit en wonder boven wonder deed het dat wel, met de sleepwagen duwen Alex en ik zo hard mogelijk tegen de camper van achter  tot hij uit de versnelling schiet en begint te rollen. Keihard stop roepend naar Rianne, omdat de camper schuin op de sleepwagen afstevent komt de boel net op tijd tot stilstand. De remmen bleken te weigeren omdat de motor uit stond en Rianne moest alle moeite doen om het tot stilstand te krijgen. Eind goed al goed.

Met alles eenmaal op de trailer rijden we met Alex naar de garage. Plotseling gaat de telefoon, de ANWB. De man van de ANWB verteld ons dat hij ondertussen van de AA heeft doorgekregen dat we weggesleept gaan worden en informeert of hij nog wat voor ons kan doen. Het schijnt topservice te zijn, want de ANWB vergoed een groot deel van de kosten voor een hotel, de taxikosten naar en van het hotel, de sleepkosten, gaat contact onderhouden met de garage om de boel te proberen te verspoedigen EN gaat voor eventueel vervangend vervoer zorgen. Mijn oren staan te klapperen van dit telefoontje, dit hadden we absoluut niet verwacht.

Eenmaal aangekomen bij de garage word de camper er weer afgetakeld en word het papierwerk netjes gedaan en de sleutels bij de garage afgeleverd. Alex vriendelijk gevraagd te hebben of hij ons, met de fietsen naar het hotel wil brengen word, na akkoord van de baas, toegezegd en worden we netjes naar plaats van bestemming gebracht. Op één voorwaarde, dat we een mailtje naar zijn baas sturen over de goede service. Meer dan graag!

We overnachten in Montrose, in The Hillside Hotel, een klein hotelletje met 9 kamers, een restaurantje en een pub. Meer dan genoeg voor ons. Na het avondeten gaan we lekker douchen en naar bed. Morgen gaan we het thuisfront maar op de hoogte brengen van de stand van zaken, eerst maar een nachtje slapen. Op een normaal, zacht bed. Dat dan weer wel.

Foto’s

4 Reacties

  1. Bram Vallentgoed:
    17 september 2016
    Zat er een restaurant in de supermarkt?
  2. Alex Vallentgoed:
    18 september 2016
    Het is de naam
  3. V zwol:
    18 september 2016
    Wat een pech hoop dat de kosten meevallen van de versn.bak anders gaat hetafwassen worden sterkte en de groetjes gg
  4. Lindner:
    19 september 2016
    heel goed dat jullie dat ondernemen