Dag 13 “vroem”

18 september 2016 - Aberdeen, Verenigd Koninkrijk

Oke, misschien is toch niet alles goed aan dit hotel. Ik kon maar moeilijk in slaap komen op dit waardeloze ouderwetse matras, waarvan de springveren in mijn rug zitten als ik ga liggen. Sterker nog, je voelt ze al als je je hand eroverheen haalt. Niet heel comfortabel. En ook de kussens zijn niet zo lekker als ik gewend ben. Maargoed, ik ben aan het zeuren. We staan vandaag rond half negen op om het ontbijt te halen, wat ook vandaag weer de wonderlijke tijd van acht tot negen heeft. Onder het genot van een lekker omeletje bel ik maar weer eens naar de ANWB, want aangezien we wel weten welk bedrijf we de auto kunnen ophalen maar niet weten bij welke, van de drie die er in Aberdeen zitten is het even verstandig om nog wat informatie in te winnen. Wederom worden we keurig van alle antwoorden voorzien en hang ik weer tevreden op. Topservice. Aangezien we, als alles loopt zoals geplanned, vanmiddag rond half twee een auto hebben kunnen we alvast wat leuks gaan zoeken om te gaan doen. Vandaag word het Kastelen kijken. Gelukkig zijn daar meer dan genoeg van hier in Schotland, zo’n 3100 stuks. We pikken er twee uit en gaan op pad. Eerst een stuk met de bus, dan drie kwartier met de trein en dan weer met de bus. Aangekomen bij Enterprise Car Rental worden we prima geholpen. Onze auto is alleen nog niet binnen en word met een twintig minuten wel verwacht. Als we geen tijd hebben om te wachten mogen we een volkswagen trasporterbusje meenemen als leenauto, wel grappig maar dat is voor ons echt niet nodig. We wachten een kwartiertje in spanning af, wat voor auto zal er voor ons geregeld zijn? Na dat kwartiertje draait er een toyota aygo het terrein op. Shit, klein kutwagentje denk ik. Maar daarachteraan komt er nog een Ford station en een Renault megane het terrein op. En de megane it is, tot onze vreugde. Een lekker sportieve wagen met navigatie en andere gemakken, nice!

Alle papierwerk gedaan hebbende springen we in de wagen met Rianne achter het stuur en gaan we opweg naar het eerste kasteel. Crathes castle in het dorpje Crathes, zo’n twintig minuten onder Aberdeen. Het kasteel is waar we aankomen blijkt een goed onderhouden klein kasteeltje te zijn midden in een bos. Aan het kasteel vast zitten mooie tuinen die te bezoeken zijn met inheemse en vreemde boomsoorten. Maar gezien de conditie van Rianne, die bij aanzicht van een heuveltje al in een zeehond veranderd, qua geluid dan, gaan we alleen het kasteel in.

Het kasteel is sinds de bouw in 1300 in bezit geweest van de familie Burnette maar is in de jaren zestig geschonken aan de Schotse national trust, die erfgoederen onderhoud. Van binnen is het gebouw nog volledig intact en laat zien hoe het kasteel er door de jaren heen uit moet hebben gezien. Van oude gebruiksvoorwerpen in de keuken, zelfgebreide bedspreien en (muur)schilderijen. Door het kasteel heenlopende krijg je meer het gevoel dat je door een landhuis loopt, dan door een kasteel. Het is een mooi geheel, maar als je bij het denken aan een kasteel aan ridders en kanonnen denkt dan kom je bedrogen uit. Maar al met al vonden wij het wel aardig.

Na een korte lunch bij het eetcafe naast het kasteel, met een soep die beter smaakte dan dat het eruit zag, vertrekken we richting een dorp dat Stonehaven heet, wederom zo’n twintig minuten rijden richting de kust. Dunnottar castle is de volgende stop.

Het kasteel staat op een uitstekende klif aan zee en moet betreden worden door eerst een lange trap naar beneden te volgen en vervolgens weer een te beklimmen omhoog. Alhoewel, het kasteel staat er, de overblijfselen van het kasteel. Dunnottar castle is een kasteel geweest met groot belang in de Schotse historie. Want buiten dat ze in hun tijd bezoek hebben gehad van Queen Mary of Scots, de toenmalige vorstin, en William Wallace, de held van Schotland, heeft het in tijden van oorlog rond 1600 een periode de kroonjuwelen van Schotland in hun bescherming gehad. Dit omdat het kasteel een bijna onneembare vesting was door de ligging. Aangezien de vijand alleen via de smalle weg bij de hoofdingang kon komen en voor het voor de rest omringd was door de zee en metershoge rotsen was het onmogelijk om het fort te bestormen. Zo heeft het Kasteel een belegering van acht maanden doorstaan en de kroonjuwelen kunnen beschermen. Pas nadat er kanonnen werden gebruikt tegen de vesting moesten gaven de manschappen zich over, maar toen waren de kroonjuwelen al weggesmokkeld uit het kasteel.

Het hedendaagse kasteel is dus een ruïne. Althans geeft het wel een mooi beeld over hoe het er uit heeft moeten zien doormiddel van kleine verhaaltjes en tekeningen. Ook geeft het kasteel een fantastisch uitzicht op een deel van de oostkust van het land. Tijdens het bezoek lezen we ook dat er soms in zee dolfijnen, walvissen en zeehonden te zien zijn en dat triggert Rianne om een halfuur te staren naar zee, met camera in de hand. De enige score is uiteindelijk een zeehond die blijkbaar in de baai daar leeft. Wel een schattig gezicht. Na bezoek van het kasteel komen we de grootste horde van de dag tegen. De trap weer naar boven. Maar in slakkentempo en drie keer uitrusten komen we weer boven.

Aangezien het etenstijd is besluiten we verder naar de dorpskern van Stonehaven te gaan en te zoeken naar een restaurantje. Tevergeefs, of het nou is omdat het zondag is of iets anders, er is niks interessants te vinden. Dus we rijden terug naar Montrose, kijken of daar in het dorp nog wat te vinden is. Uiteindelijk belanden we bij Sharky’s, een alternatieve sportcafe/diner. Het eten is prima en uiteindelijk vertrekken we naar het hotel voor een afzakkertje. Morgen hopen we een belletje te krijgen met betrekking tot de camper en gaan we als het weer meezit vogels spotten in een natuurgebied verderop. Maar nu weer het springveren bed op.

Foto’s