dag 3 "wat zegt ie?"

8 september 2016 - Edinburgh, Verenigd Koninkrijk

Zelden ben ik zo vredig wakker geworden als vandaag, daglicht op ons gezicht, het geluid van zeemeeuwen in de verte en voor de rest volledige rust. Vannacht ben ik eigenlijk maar één keer lichtjes wakker geworden van het jeukende hoopje dekens wat naast me ligt. Maar deze ochtend blijkt het ergste toch wel echt te zijn verdwenen. Blij toe. Ze had echt geen dag langer met die ellende rond willen lopen, laat staan ik.

We hebben gisteravond laat al een beetje besproken wat de planning is voor vandaag; opstaan-ontbijten-fietsen door het dorp-internetkaartje kopen zodat Rianne kan werken-lunchen op een plek met wifi-rijden naar Edinburgh en voor de rest zien we het wel. Prima planning dacht ik zo.

Het opstaan is in ieder geval een succes. Rianne was zo slim om vannacht nog even het dakraam boven ons hoofd te sluiten aangezien ze een druppeltje dacht te voelen. We breken het bed weer af zodat we lekker kunnen ontbijten, boodschappen daarvoor hebben we gisteren al even gedaan in de aldi die we tegen kwamen. Een lekker gekookt eitje en een heerlijk kopje koffie uit en plastic campingbeker, kneuteriger kan niet, maar verdomd lekker. Na de afwas besluit ik alvast de fietsen van achter de camper vandaan te halen zodat we lekker op pad kunnen. Maar achter mij in de lucht pakken zich grijze wolken samen, want in Schotland schijnt nooit lang de zon. Maar een beetje regen zal ons niet tegenhouden, en zeker niet nadat iemand ons gisteren had verteld, in steenkolenschots (“wat zei hij nou?”) dat er dolfijnen langs de kust te zien konden zijn. Nou, dat vinden wij natuurlijk dol-fijn om te zien. Rianne bepakt met rugzak met water, verrekijker en fotocamera en ik met een rugtas met 2 laptops springen we op de fiets. Eerst maar even speuren naar de dolfijnen, dat kan vanaf de havenkade 50 meter verderop. We zetten de fietsen nog niet neer of de eerste dikke druppels vallen al in ons nek. Natuurlijk zijn er ook in geen velden en wegen dolfijnen te zien en kom ik al snel tot de conclusie dat ook mijn rugtas met 2 dure laptops niet bijzonder waterproof zal zijn. We staken de dolfijnenjacht en fietsen we snel weer terug naar de camper om de laptops toch maar even weg te leggen. “misschien moeten we de bui maar even afwachten” zegt mijn lieve naïeve schat. Een bui afwachten in Schotland is net zo nutteloos als zoeken naar ijsberen in de Sahara. Na kort overleg besluiten we onze planning in te korten en maar richting Edinburgh te vertrekken, tot zover onze eerst fietstocht in Schotland, toch zeker een keiharde 100 meter overbrugt. In rap tempo draai ik de poten van de camper omhoog, gooien we de fietsen weer op het rek en maken we de boel weer rij-klaar. Een camperplaats naar wens vinden is nog even een uitdaging. Tegen Edinburgh aan is wel een camping, maar die is even te duur naar onze wens. Wel is er een gratis camperplaats in een dorpje zo’n 5km naast de grote stad met schijnbaar prima verbinding met de lokale O.V. en we besluiten daarop te mikken. Het dorpje heet Musselburgh  en ligt op een kleine 45 minuten van onze eerste slaapplaats dus de rit is lekker kort. Na een kleine inschattingsfout van mij (Ik stuurde rustig een rij geparkeerde auto’s voorbij richting een stoplicht, die blijkbaar niet geparkeerd waren maar daadwerkelijk allemaal aan het wachten waren op dat stoplicht) naderen we het parkeerterrein voor campers. Maar op de juiste coördinaten aangekomen blijkt het gehele terrein in de steigers te zijn gezet en word het omgetoverd tot nieuwbouw. Shit.

Gelukkig is er in het dorp ook nog een camping te vinden met dezelfde goede connectie en besluiten we daar maar op te gokken. Goede gok, aangezien er plek zat is, de prijs meevalt en de faciliteiten nuttig. We worden door de warden van de camping naar de staplaats geleid en krijgen we in het schots de instructies voorgedragen (“wat zei die man nou?”). We settelen ons snel en aangezien de camping ook voorzien is van wifi veranderd de camper al snel in een internetcafé. Rianne werkend, en ik schrijvend. Echte ouderwetse camperaars zouden ons hebben uitgelachen, maarja, onze trip gaat niet alleen maar om leuke dingen doen natuurlijk!

Als alle laptopgerelateerde dingen gedaan zijn is het tijd om naar Edinburgh te gaan. Op de ontvangen businstructies staat dat we met gepast geld moeten betalen. Oh fuck, gepast geld, dat hebben we niet. We besluiten ons geluk te beproeven in de campingwinkel/receptie en met veel moeite staan we een paar minuten later weer met wat kleingeld op straat en stappen we de bus in.

Het mooie van de bus in Schotland is dat er nergens vermeld staat waar je bent, wat de volgende halte is, of wat uberhaubt de haltes zijn. Maar gelukkig regelt de buschauffeur dat we een seintje krijgen bij de juiste halte. In de bus bel ik even kort met Kevin, die een paar weken terug met zijn Marleen ook in schotland is geweest, om even naar tips te informeren. En die heeft hij, altijd makkelijk zo’n vriend. Na een goeie 20 minuuten roept de chauffeur dat we eruit moeten (althans dat dachten we te verstaan) en springen we op princess street eruit.

De eerste indruk van Edinburgh is, “wauw”. Het is niet gek dat J.K. Rowling een Harry Potter boek gedeeltelijk hier heeft geschreven. De gebouwen in de stad lijken erop dat ze 200 jaar geleden zijn gestopt met bouwen en voor de rest alleen maar alles netjes hebben bijgehouden. Schattige huisjes wisselen zich af met grote kerken en kasteel achtige gebouwen.

Onder de indruk zijnde lopen we maar een kant op, richting een gebouw wat op Thunderbird 3 lijkt, je weet wel dat rode ruimteschip op 4 poten, maar dan van steen. Alsof iemand de kerktoren ergens vanaf heeft gezaagd en op de grond heeft neergezet met tussen een pilaar een beeld van een schrijver heeft neergezet. Onder de gedachte “zonde om weg te gooien”. Het maakt een mooi plaatje.

Na een korte dinerstop bij een verrassend goed sushi tentje in een foodcourt gaan we maar een stukje lopen. Maar waarheen eigenlijk, is al snel de conclusie. Onze aandacht word getrokken door de hop-on-hop-off bussen die zich aan het begin van de straat bevinden en we besluiten dat maar te gaan doen. Terwijl we bij een bord naar de prijzen en mogelijkheden staan te kijken worden we aangesproken door een oudere heer die ons in het schots uitlegt (“wat zegt ie?”) hoe het werkt. Vrij snel zijn we er uit en springen op een bus. De busrit duurt een uur en brengt ons langs vele mooie punten in “old town Edinburgh”, het paleis van de koningin en krijgen ondertussen tekst en uitleg van een schotse gids, die niet tot onze verbazing af en toe niet te verstaan is. Maar de anekdotes die de beste man verteld zijn over het algemeen grappig en onderbouwd. Wat mij betreft is een bustrip door de stad een aanrader om te doen.

Na de busrit lopen we nog een stuk de old town in en stappen een van de onvermijdelijke pubs in. Tijd voor de eerste echte pint van de reis. Een ijskoude guiness is mijn bestelling en Rianne klimt in een groot glas “stella”, wat een Belgisch bier is. Onder genot van deze welverdiende dorstlessers bespreken we de volgende dag. We gaan morgen “Arthur’s seat” beklimmen, het hoogste punt van Edinburgh en naar Edinburgh Castle, die midden in de stad staat. En we blijven een nachtje langer slapen hier. Mooie plannen dus.

Eenmaal een bus terug gevonden, wat een hele opgave was, ondervinden we hetzelfde probleem als in de ochtend, namelijk “wanneer stappen we uit?”. Het antwoord is, een halte te ver. Een klein stukje terug lopen dan maar. Inmiddels is het al redelijk laat in de avond en is de temperatuur gedaald, wat van Rianne automatisch een wandelend ijsklompje maakt. Het resultaat daarvan is dat ze, zogauw het bed uitgevouwen is, als een mummie in een fleecedeken onder het wol kruipt. Nog even word de laptop erbij gepakt en word er nog wat gewerkt, getypt en gemediteerd. En dat alles onder genot van een kopje kamillethee. Zachtjes druppelt het op het dakraam, een teken om te gaan slapen. Morgen een mooie wandeling maken.

Foto’s

1 Reactie

  1. V zwol:
    10 september 2016
    Erg leuk verhaal, ga maar een reisboeken maken en uitgeven.